1977. Ik woonde met m’n toenmalige partner in een huis aan de Rijksstraatweg in Voorst-Gelderland.
Een huis dat in allerlei delen was opgesplitst en verhuurd.
Wij bewoonden op tijdelijke basis wat bovenkamers.
De andere helft van het huis was verhuurd aan de familie Looman.
Man, vrouw,  dochter en een hinderlijk blaffend hondje.
Looman zelf was vleesgeworden tragiek.
Alleen z´n verschijning al. Altijd  in overall en met een boerenpet op waarop een grote veiligheidsspeld prijkte. Dat verwonderde me.

Veiligheidsspelden stonden  in die dagen voor punk en Looman was beslist níet punk.
Het was een oude man met weinig of geen tanden meer. Z’n kaken waren in een voortdurende malende beweging en er was veel speeksel dat weggeslikt moest worden.
Z’n spreken was door al die gegevens nauwelijks verstaanbaar, hoewel ook zijn versie van het plaatselijke dialect daar niet aan bijdroeg.
Maar bovenal had hij niets te vertellen.
Letterlijk niet en figuurlijk ook niet.

Zijn vrouw was minstens dertig jaar jonger dan hij.
Veel mensen zouden daar een moord voor doen, maar het lag hier allemaal wat gevoeliger.
Mevrouw had ooit met haar dochter haar toevlucht genomen tot Looman en hem uitverkoren om hen te onderhouden.
Dat dit geen gelukkige relatie opleverde bleek wel uit de veelvuldige schreeuwpartijen aan de andere kant van de muur, het hele dagen op het erfje en straatweg  rondsloffen van de echtgenoot en het gestommel op de kale zolder als hij daar ’s avonds z’n eigen slaapplek weer in nam.

Ik heb slechts een krap jaar op die plek gewoond maar Looman ben ik nooit helemaal meer kwijtgeraakt.
Er zijn van die mensen die als een vaag schimmenleger met je meetrekken door je bestaan.
Af en toe staan ze ineens weer helder voor je. Lachend, huilend, boos of speeksel wegslikkend. Looman is er ook zo een uit dit leger.
Soldaat derde klasse Looman.

Ik heb een klein oorlogsmonumentje voor hem opgericht:



De oude man liep langs het pad
dat zijn voet gesleten had
naar z'n eigen kleine schuurtje
achter op het erf
Ze had het weer gezegd:
"Val dood" en "Sterf"

En in z'n groene houten kluis
was hij gaan liggen op de vloer
maar - doodgaan is een hele toer
Het was ook nu weer niet gelukt
Hij liep maar terug

Iets meer gebukt
PUNK